Deze heeft er al eens gestaan, maar ik heb nu een Nederlandse versie met de rede van Pamuk waardoor ik de citaten in het Nederlands kan weergeven. Het eerste deel van de serie blogs over het bloggen staat hier:
http://avonturenjwtamminga.blogspot.com/2007/08/de-zonde-van-het-bloggen.html
In de rede die Ohran Pamuk hield nadat hij de Nobelprijs voor de literatuur had gekregen, heeft hij het indirect ook over grafomanie. Wat is een schrijver, is de vraag waarop Pamuk een antwoord probeert te formuleren. “Schrijver zijn betekent voor mij dat je jarenlang geduldig in de weer bent om de verborgen, tweede persoon die in je huist, de wereld die deze persoon heeft gemaakt tot wat hij is, te ontdekken. Bij teksten zie ik niet in de eerste plaats romans, gedichten, de literaire traditie voor me, maar iemand die zich opsluit in een kamer, aan tafel gaat zitten, zich in zijn eentje in zichzelf keert en daardoor een nieuwe wereld kan construeren.”
Een schrijver gaat op zoek naar zijn diepste ervaringen of de uiterst persoonlijke kern van zijn observaties, breekt deze af in hele kleine deeltjes en bouwt ze weer op tot een esthetisch bouwwerk van taal dat ook voor de lezer inzichtelijk is.
Daaraan herken je Kundera's grafomanen. Ze slaan de stappen van afbreken en weer opbouwen over, en proberen hun ervaringen in een heel directe taal de wereld in te slingeren. De ervaring die ze willen delen gaat daardoor meestal verloren in groteske superlatieven, bedoeld om grootse emoties en gevoelens uit te drukken.
Pamuk vervolgt: “Voor mij ligt het geheim van het schrijverschap niet in de inspiratie, waarvan compleet onduidelijk is waar die vandaan komt, maar in volharding en geduld.”
Tot zover een paar open deuren. Anders wordt het wanneer hij op een punt komt die voor schrijvers tamelijk vervelend is. Er komt werk bij kijken, veel werk.
“Maar in die kamer waarin we onszelf opsluiten, zijn we ook weer niet zo alleen als wel wordt gedacht. Allereerst verkeren we in het gezelschap van de woorden van anderen, de boeken van anderen, kortom van dat wat we traditie noemen.”
Volgens Pamuk is schrijven weinig meer dan herkauwen op wat al door anderen afgegraasd is, en hopen op een klein stukje groen gras. Schrijven begint met lezen, en is vervolgens herschikken van wat al eens gezegd of geschreven is. Hoogeprezen noties als vrije expressie en originaliteit lijken mij daarom vooral voorbodes van een hopeloze eenvormigheid, omdat het nu eenmaal in ons zit dat we elkaar nadoen. Veelkleurigheid ontstaat niet door een nieuwe kleur te verzinnen, maar door je te verdiepen in de kleuren die er eerder waren dan wijzelf.
Kundera hoeft zich daarom niet bedreigd te voelen door zijn grafomanen. Wie zich niet verdiept in wat hem voor ging zal ook zelden iets origineels produceren, en wie niet iets origineels produceert wordt snel vergeten. Dat is dan misschien weer een stukje winst van deze tijd.
maandag 20 augustus 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten